Jura

Plaatsen > Jura

Jura is een departement van Frankrijk, in de regio Franche-Comté. Het departement heeft een oppervlakte van 4999 km2, met 248.800 inwoners. Jura is een streek aan de grens tussen Frankrijk en Zwitserland, precies ten zuiden van de Vogezen.

De hoofdplaats van Jura is Lons-le-Saunier. Het grootste deel van het departement strekt zich uit over het centrale deel van het Juragebergte.

Landschap: bossen en karstverschijnselen
Het Juragebergte is bovenal een gebied vol grote vlaktes, betoverend en oogverblindend, zo mooi. Het is de plek waar je kennis kunt maken met de lokale inwoners, waar de bergbewoners je hartelijk ontvangen tijdens je avonturen in het massief. Zij vertellen je het verhaal van deze authentieke en fascinerende bergen. Uiteindelijk is het een gebied waar iedere soort in de loop der jaren zijn sporen achterlaat. Grote delen (40 %) zijn bedekt met bossen waar de men aangenaam en afwisselend kan wandelen (Jura = romeins voor bos). Van west naar oost zijn de meest voorkomende bomen: eiken, beuken (500 – 800 m) en sparren (boven de 1.000 m).
Het Juragebied kent vreemde vormen: opvallende bergplooien, grotten, eigenaardige waterstromen en zoutformaties. Het is een karstgebergte: door de oplossing van het poreuze kalksteen ontstonden in de loop der tijd in de druipsteengrotten de wel bekende stalagtieten en stalagmieten.
Klimaat en bestaansmiddelen
Het klimaat is, vooral in de Franse Jura, vochtig en ’s winters ruw en koud. Er valt vrij veel regen behalve in het midden van de zomer. De zomers zijn niet uitgesproken warm terwijl in de Alpen de temperaturen juist hoog kunnen oplopen.

Economie
Grote bossen strekken zich tot 1300 m hoogte uit. In de diepere dalen komen akkerbouw, veehouderij en fruitteelt voor, op de zuidhellingen wijnbouw.
Plaatselijk komen houtbewerking, metaal- en textielindustrie voor. Zoutwinning is er aan de westzijde en bij de Rijn. Er zijn asfaltgroeven en minerale bronnen.
Uit de huisnijverheid ontwikkelde zich een belangrijke uurwerkindustrie. De meeste horloges worden in Geneve gemaakt, maar de Jura is ook een belangrijk productiegebied. Zwitserland is de derde horlogeproducent ter wereld (na China en Hong Kong). Zij produceren de duurste horloges (25 miljoen per jaar tegen gemiddeld 211 euro per stuk) tegen China 1 miljard (gemiddelde prijs 0,84 euro) en Hong Kong 700 miljoen (5 euro per stuk). Het bewijs dat een arbeidsintensieve industrie wel degelijk kan overleven wanneer er een voldoende kwaliteit tegenover staat.

Geologie van de Jura
De Jura, ten noordwesten van de Alpen, ligt tussen de Rhône-bocht ten westen van Chambéry in Frankrijk (zuiden), de Doubs (noordwesten) en de benedenloop van de Aare in Zwitserland (noordoosten). De Schwäbische Alb in Württemberg en de tot 657 m hoge Fränkische Alb (Frankische Jura) in Beieren, vormen een geologische voortzetting van het Jura plateau.
Bij de gebiedsinformatie is een overzichtskaart van het gebied te vinden.

Samenstelling
De Jura stamt uit de middelste periode van het Mesozoïcum, tussen Trias en Krijt, met afzettingen van donkere en bruine mergels en wit kalksteen (dolomiet). Radiometrische datering geeft als ouderdom voor de Jura ca. 205 tot 135 miljoen jaar.
In Nederland komt het Lias slechts bij Winterswijk in enkele beekbeddingen aan de oppervlakte. In Zuid-België komen Lias en Dogger aan de oppervlakte aan de oostrand van het Parijse bekken. De Jurassische gesteenten zijn rijk aan planten- en dierenfossielen. De plantenwereld was goed ontwikkeld met nieuwe groepen van Varens en Naaktzadigen. De dierenwereld werd beheerst door reptielen (dinosauriërs); zij bevolkten in uiteenlopende vormen en afmetingen zowel land, zee als luchtruim. Beroemd is Archaeopteryx, de ‘oervogel’, die een schakel vormt tussen reptielen en moderne vogels (Teylersmuseum in Haarlem).

Opbouw
De boogvormige gebergteketen scheidt zich in het zuiden af van de Alpen; verder noordelijk ligt het Molassebekken tussen Alpen en Jura. De stratigrafie bestaat van oud naar jong uit: Bontzandsteen, Muschelkalk, Keuper, Lias, Dogger, Malm, Krijt en plaatselijk Onder-Tertiair. Men onderscheidt twee gedeelten: de Keten-Jura en de Tafel-Jura. De Keten-Jura vormt het binnenste deel van de boog en is sterk geplooid. Deze plooien zijn vaak doorgebroken en opgeschoven met een beweging die naar het noordwesten gericht is. De Tafel-Jura is veel eenvoudiger geplooid, met brede, horizontaal liggende kruinen. De Keten-Jura is op de Tafel-Jura geschoven.

Plooiingsgebergte
De Jura is een goed voorbeeld van een plooiingsgebergte waar de plooiing niet diep in de ondergrond reikt: alleen het Tertiair en het Mesozoïcum zijn geplooid, terwijl het grondgebergte niet aan deze plooiing deelnam, ofschoon het wel aan breukvorming onderhevig is geweest. Een dergelijke oppervlakkige plooiing was mogelijk doordat vrijwel de gehele Mesozoïsche en Tertiaire formaties over de plastische zout- en gipslagen in de Muschelkalk gegleden zijn. Aan beide uiteinden van de Jura vindt men slechts enkele plooien, terwijl in het middengedeelte er wel tien tot vijftien voorkomen. Een ander belangrijk tektonisch verschijnsel zijn de horizontale verschuivingen, die scheef op de plooibundel staan. Breukvorming en plooiing staan met elkaar in direct verband. De plooiing vond plaats in het Plioceen.

Bron: Delen van dit artikel zijn afgeleid van een artikel uit de NRC van 23-12-2005

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *