Het Centraal Massief bestaat niet uit één bergketen maar is een grote hoogvlakte tussen de Loire en de Middellandse Zee en bedekt een zesde deel van Frankrijk (91.000 km2). De hoogste toppen liggen in de Auvergnein het noorden. De Causses en Cevennen verder zuidwaarts zijn minder hoog maar ruiger, met kolkende riviertjes en rotskloven.
Tussen het Centraal Massief en de Alpen loopt het Rhônedal, dat naar het zuiden uitwaaiert in een uit rivierklei opgebouwde delta. Ook hier liggen meren achter de strandwal en is de afwatering slecht. In dit gebied ligt de Camargue, een woest en beschermd gebied. Ten westen van de Rhône-delta ligt een vrij brede kustvlakte met een uitgestrekt strand en ten oosten van deze delta is de kustvlakte heel smal en rijst de rotsachtige kust soms steil uit de zee omhoog, terwijl de stranden vooral te vinden zijn in baaien.
In Normandiëligt voor de monding van de rivier de Couesnon de beroemde Mont-Saint-Michel, een 80 meter hoog rotseiland. Voor de kust van Bretagne liggen vele eilanden. Sein is niet hoger dan een flinke golf en produceert St.-Jacobsschelpen, kreeft en langoest. Oessant is een belangrijk punt op de zeekaart en berucht om zijn scheepswrakken. Voor de beschutte zuidkust liggen Belle-Ile, Hoëdic en Houat, met uitstekende stranden. Groix is een kleinere uitvoering van Belle-Ile, met rotskust en strand. Bij Concarneau liggend de negen onbewoonde Glénan-eilanden, nu een natuurreservaat. Bréhat heeft een mild klimaat en exotische vegetatie.